This content is only available in Dutch.

Dit artikel -geschreven door Hanneke Piters die tot begin 2015 bij RRA werkzaam was en gepubliceerd in de NATO Legal Gazette: Legal Issues Related to Cyber, Issue 35, December 2014- richt zich op het concept ‘rechtstreekse deelname aan vijandelijkheden’ en past dit concept toe op actoren en hun activiteiten in het digitale domein.

Dit domein vereist gespecialiseerde kennis en daarom werven krijgsmachten van NAVO lidstaten civiele IT-specialisten of besteden ze werkzaamheden uit aan private contractors. Daardoor worden burgers meer en meer betrokken bij cyberoperaties. Onder het humanitair oorlogsrecht genieten burgers bescherming tegen rechtstreekse aanvallen, tenzij ze rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden en verliezen ze deze bescherming alleen voor de duur van hun rechtstreekse deelname. Derhalve zijn de gevolgen voor burgers die rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden aanzienlijk aangezien ze rechtstreeks aangevallen kunnen worden, ze niet worden betrokken in de proportionaliteitsafweging, en ze gestraft kunnen worden voor hun daden. Op interstatelijk niveau schenden NAVO lidstaten mogelijk hun internationaalrechtelijke verplichtingen als ze toestaan dat civiele IT-specialisten in dienst van de krijgsmacht en private contractors​ rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden. Het is van belang dat juristen rekening houden met het concept ‘rechtstreekse deelname aan vijandelijkheden’ als ze advies geven over de vraag of civiele IT-specialisten en private contractors al dan niet bepaalde taken kunnen uitvoeren in het digitale domein zonder ze bloot te stellen aan het risico hun bescherming tegen rechtstreekse aanvallen te verliezen. Daarom wordt in dit artikel de vraag beantwoord: welke activiteiten van burgers die deelnemen aan cyberoperaties kunnen worden beschouwd als rechtstreekse deelname aan vijandelijkheden en hoelang verliezen zij hun bescherming? Het artikel legt het concept ‘rechtstreekse deelname aan vijandelijkheden’ in een cyber context uit en past het toe op de volgende drie cyberactiviteiten: (1) het ontwikkelen (m.a.w. onderzoek, ontwerpen en schrijven) van programma’s, (2) het installeren en onderhouden van programma’s en computers, en (3) het bedienen van programma’s. Het artikel laat zien dat er veel discussie bestaat over de vraag wanneer burgers wel of niet rechtstreeks deelnemen aan vijandelijkheden in het digitale domein.

NATO Legal Gazette: Legal Issues Related To Cyber, Issue 35, December 2014.

Bekijk hier het artikel


Previous News Items

Stay informed

Abonneren op de RRA nieuwsbrief

Aanmelden nieuwsbrief
This site uses Cookies. x