De Coronacrisis:
Hoe werkt de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW)
Als gevolg van de enorme toeloop vanwege de Coronacrisis is op dinsdagavond 17 maart 2020 in het kader van het Noodpakket banen en economie, de regeling Werktijdverkorting (wtv) gestopt. De tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW) komt daarvoor in de plaats.
Op 31 maart 2020 is de volledige inhoud van de NOW bekendgemaakt. Het doel van de NOW is om het in tijden van acute en zware terugval in de omzet (van ten minste 20%) voor werkgevers mogelijk te maken om hun werknemers zoveel mogelijk in dienst te houden voor de uren die zij werkten voordat sprake was van die zware terugval. Ter ondersteuning kunnen zij op grond van de NOW een subsidie ontvangen met als doel het tegemoetkomen in de betaling van loonkosten. Het gaat daarbij om een subsidie voor de loonkosten van alle werknemers die in dienst zijn bij een werkgever, dus zowel op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd als ook op basis van flexibele arbeidsovereenkomsten. De NOW is van toepassing op situaties waarin sprake is van een omzetdaling van ten minste 20% over een aangesloten periode van 3 maanden wegens buitengewone omstandigheden. Omstandigheden zoals de verstrekkende maatregelen die de overheid heeft genomen vanwege de uitbraak van het COVID-19-coronavirus, die in redelijkheid niet tot het normale ondernemersrisico kunnen worden gerekend. Om werkgevers snel duidelijkheid en zekerheid te bieden, hoeft daarbij niet aangetoond te worden in welke mate de buitengewone omstandigheden aan de omzetdaling van ten minste 20% bijdragen of al hebben bijgedragen. Ook bedrijven die niet krachtens overheidsmaatregelen zijn gesloten, doch zelf uit voorzorg zijn dichtgegaan omdat het werk niet meer veilig gedaan kon worden, of omdat er geen klanten meer kwamen, alsmede bedrijven die wel nog geopend zijn maar aanzienlijk minder toeloop krijgen, kunnen in beginsel een beroep doen op de subsidieregeling.
De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van januari 2020 en bedraagt per maand maximaal 90% van de loonsom over deze maand. Uitgegaan wordt van het sociale verzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen. Ook aanvullende lasten en kosten zoals onder andere werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Omwille van de uitvoerbaarheid door UWV is gekozen voor een forfaitaire opslag van 30% voor werkgeverslasten in plaats van het in aanmerking nemen van de precieze werkgeverslasten in individuele situaties. Loon van individuele werknemers boven een bedrag van € 9.538 bruto per maand komt niet voor subsidie in aanmerking.
De subsidie wordt daarbij gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Er zal een voorschot worden verleend van 80% van de verleende subsidie. Dit voorschot wordt na afloop verrekend met het definitief vastgestelde subsidiebedrag. De subsidie is een tegemoetkoming in de loonkosten over de periode maart tot en met mei 2020. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld.
Werkgevers kunnen kiezen of zij de omzetdaling berekenen over de meetperiode startend op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Werkgevers moeten deze keuze voor de meetperiode maken bij de aanvraag, de meetperiode kan later niet meer worden aangepast. De tegemoetkoming in de loonkosten blijft ongeacht die keuze betrekking hebben op de loonkosten tussen maart en mei 2020, ongeacht over welke van die driemaandsperioden (meetperiode) de omzet is bepaald.
De aanvraagperiode voor subsidie loopt waarschijnlijk van 6 april tot en met 31 mei 2020. Aanvragen kunnen alleen worden ingediend via het daarvoor ontworpen formulier dat via www.uwv.nl beschikbaar wordt gesteld. Daarbij moet de werkgever de procentuele verwachte omzetdaling aangeven, het loonheffingennummer en de aaneengesloten driemaandsperiode waarover de omzetdaling wordt verwacht. Ook het rekeningnummer waarop de werkgever betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt dient vermeld te worden. Indien de werkgever een WTV-aanvraag had ingediend, dient het dossiernummer van die aanvraag vermeld te worden.
Binnen 22 weken na afloop van de periode waarin de omzetdaling heeft plaatsgevonden (de meetperiode) verzoekt de werkgever om vaststelling van de subsidie via het daarvoor ontworpen formulier. Ook dit formulier is beschikbaar op www.uwv.nl. Vervolgens zal op basis van door de werkgever aan te leveren definitieve gegevens over de omzetdaling vastgesteld worden hoe groot de daadwerkelijke omzetdaling is geweest en of aan alle aan de werkgever opgelegde verplichtingen in het kader van de NOW is voldaan. Vervolgens wordt de definitieve subsidie vastgesteld. Bij de afrekening kan sprake zijn van terugvordering of nabetaling.
Een subsidie krachtens de NOW brengt voor de werkgever ook enkele verplichtingen met zich mee waarvan wij er thans één willen aanstippen. De NOW regeling beoogt werkgelegenheidsverlies te voorkomen door te voorzien in een tegemoetkoming in de loonkosten die de werkgever maakt. Om die reden wordt van de werkgever verlangd zich er bij de aanvraag van de NOW aan te committeren geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover hij de tegemoetkoming ontvangt. Deze voorwaarde geldt ten aanzien van alle ontslagaanvragen wegens bedrijfseconomische redenen. De voorwaarde geldt niet voor ontslagaanvragen die bij het UWV zijn ingediend in de periode van 1 maart tot en met 17 maart. Hoewel de subsidie ook ziet op deze periode, was het voor de werkgever nog niet kenbaar dat deze voorwaarde verbonden zou worden aan de NOW.
Wanneer de werkgever deze verplichting niet nakomt door toch een ontslagaanvraag in te dienen bij UWV en deze niet (of niet op tijd) in te trekken, dan zal UWV deze aanvraag in behandeling nemen en daarop beslissen. Het niet nakomen van de verplichting heeft wel gevolgen voor de hoogte van de subsidie. Bij de vaststelling van de subsidie wordt namelijk vastgesteld wat het loon is van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd. Dit loon wordt vervolgens verhoogd met 50%. Dit loon van de ontslagen werknemers plus de vermeerdering van 50% wordt in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd.
Indien u vragen heeft over het aanvragen van een subsidie op grond van de NOW en/of andere vragen heeft over de maatregelen die door het Kabinet zijn aangekondigd in het kader van het ondersteunen van ondernemers tijdens de coronacrisis, kunt u uiteraard contact opnemen met onze arbeidsrechtadvocaten Maud Murrer (m.murrer@rra.nl) en Fabienne Degens (f.degens@rra.nl)
Rechtsgebieden: Arbeidsrecht